30
<30
3. Structurele exploitatieruimte
6,3
1,0
3,3
-1,8
-3,7
>0,6
<0,6 / >0
0
4. Grondexploitatie
5,0
2,4
0
0
0
Geen norm
5. Belastingcapaciteit
152,4
156,6
-
-
-
<100
>100 / <120
>120
Toelichting kengetallen
1. Netto schuldquote
De netto-schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van begroting en jaarverslag. Hiermee geeft deze indicator inzicht in de mate waarin de begroting 'vastligt' door rente en aflossing. De bovenstaande tabel presenteert hiernaast ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug, bijv. SVN-startersleningen). Ten opzichte van het jaarverslag 2022 is een stijging zichtbaar op de gecorrigeerde netto schuldquote. Bij een hoger begrotingstotaal wordt deze stijging veroorzaakt door een per saldo hogere netto schuld.
2. Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen (balanstotaal) zijn gefinancierd uit eigen middelen (eigen vermogen). De solvabiliteit verslechtert ten opzichte van het jaarverslag 2022 en neemt de komende jaren nog meer af door de toename van het totaal vermogen. De solvabiliteit wordt door de VNG beoordeeld met ‘matig’.
3. Structurele exploitatieruimte
De indicator 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte (structurele baten min structurele lasten) zich verhoudt tot de totale begrotingsbaten. Dit laat zien in hoeverre de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. Ten opzichte van het jaarverslag 2022 verslechtert deze en deze trend zet de komende jaren, met uitzondering van 2025, verder door. In 2026 en 2027 wordt de structurele exploitatieruimte negatief. De begrotingsruimte wordt volgens de VNG normen beoordeeld als 'voldoende’ tot en met 2025.
4. Grondexploitatie
Het financiële kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de investeringen in grondposities (boekwaarde) zijn ten opzichte van de jaarlijkse baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. Vanaf het jaar 2025 loopt de grondexploitatie af.
5. Belastingcapaciteit
De indicator 'belastingcapaciteit' drukt uit hoe de woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zich verhouden tot het gewogen landelijk gemiddelde. Hoge woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde drukken uit in hoeverre de gemeente de eigen inkomsten aanspreekt en dus beperkt is in het verkrijgen van extra inkomsten. Woonlasten onder het landelijk gemiddelde waardeert VNG als 'voldoende', woonlasten tussen het landelijk gemiddelde en 120% hiervan als 'matig' en woonlasten hoger dan 120% als 'onvoldoende'. De woonlasten in Voorschoten liggen hoger dan het landelijk gemiddelde.
De ontwikkeling van de woonlasten ligt in Voorschoten ten opzichte van 2023 lager dan de gemiddelde landelijke ontwikkeling van vorig jaar. Dit gunstige beeld ontstaat doordat zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing minimaal stijgen (lager dan de inflatiecorrectie). De OZB ontwikkelt zich conform het in de kadernota 2024 afgesproken inflatiepercentage.
Conclusie voor de financiële positie
De ontwikkeling van de kengetallen geeft aan dat de schuldenomvang van Voorschoten voldoende is volgens de VNG-normen. Daar tegenover wordt een risico gelopen op de resterende ingenomen grondpositie en wordt geconcludeerd dat de lastendruk landelijk vergeleken aan de hoge kant ligt. De structurele exploitatieruimte kan voor de jaren 2024 en 2025 getypeerd worden als ‘voldoende’.
De overschotten in de eerste twee jaar zijn het gevolg van bijgestelde ramingen voor de inkomsten uit het gemeentefonds. De bijstellingen zijn het resultaat van afspraken tussen de VNG en het Rijk over de stabiliteit van het gemeentefonds in de jaren 2022-2025. Het jaar 2026 wordt door de VNG bestempeld als ravijnjaar, mede door lagere inkomsten uit het gemeentefonds wordt de structurele exploitatieruimte negatief. Deze trend zet zich door naar 2027.